Oocardium is een uitzonderlijk sieralgengenus, waarvan slechts één soort bekend is: Oocardium stratum. Als er geen geslachtelijke voortplanting— door middel van conjugatie — van bekend zou zijn, is het nog maar de vraag of de alg wel als een vertegenwoordiger van de Desmidiaceae bekend zou staan, want zowel celvorm als habitat wijken sterk af van wat we van sieralgen gewend zijn (zie bijgaande afbeelding uit flora West & West).

De cellen zijn enigszins hartvormig en ingesloten in een gelatineuze schede die aan de buitenzijde verkalkt is als gevolg van fotosynthese-activiteit van de alg. Oocardium houdt zich namelijk exclusief op in kalkrijk, snelstromed water, vastzittend op een stevig substraat (meestal het onderliggende kalkgesteente). Als bij fotosynthese door de cel kooldioxide aan het omringende water wordt onttrokken, leidt dat ter plekke tot een omzetting van opgelost calciumbicarbonaat tot calciumcarbonaat. Laatstgenoemde verbinding is onoplosbaar en slaat als een laagje neer op de buitenzijde van de gelatineuze schede (vergelijk de vorming van ketelsteen in de fluitketel en de witte aanslag op een wasmachine-element). Om te voorkomen dat ze geheel door kalk wordt ingesloten scheidt de cel nieuw schedemateriaal af, waarbij de omringende koker zich verlengt. Het nieuw gevormde deel van de schede verkalkt vervolgens ook weer en het proces herhaalt zich waardoor de koker almaar langer wordt. Omdat de kokers zich bij celdeling splitsen ontstaan steeds grotere kolonies. In de praktijk vinden we Oocardium dan ook vaak als nagenoeg enige algensoort in een kruimelige, 1 à 2 mm dikke kalkkorst die het onderliggend substraat over grote oppervlakken kan bedekken. Met een binoculaire loupe (vergroting 40x) bezien heeft de korst een bloemkoolstruktuur, waarin de afzonderlijke cellen als groene spikkeltjes zijn te herkennen.

Oocardium stratum is vanuit Nederland niet bekend, vemoedelijk ontbreken in ons land de vereiste milieucondities. Daarentegen zou de soort volgens Van Oye (1941) in Zuid-België algemeen voorkomen. Ikzelf (PC) vond afgelopen september een uitgebreide populatie in Montauban, nabij Buzenol, ten zuidwesten van Arlon.

Montauban is bekend om een Gallo-Romeinse opgraving (toeristrische attractie). Ter plekke ontspringt een bron. Waar het stroompje het bos verlaat en langs de open, steile helling omlaag vloeit, is het kalkgesteente bedekt met een Oocardium-korst. De vindplaats is niet te missen!

Literatuur:

Oocardium
Plaat 159 uit West & West (1923), afb. van Oocardium stratum.

Fig. 1. Kolonie op ware grootte

.Fig. 2. Verticale doorsnede door tweetal kalkkokers met cellen aan open uiteinden.

Fig. 3. Viertal kokers van bovenaf bezien.

Fig. 4-6. Afzonderlijke cel in respectievelijk zijaanzicht, top-aanzicht en front-aanzicht.

Fig. 7. Pas-gedeelde cellen.

Fig. 8. Cel, specifiek gekleurd op de aanwezigheid van celwandporen.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Find of Oocardium in Belgium

The colonial, monotypic genus Oocardium (with O. stratum as only species) is quite an unusual desmid, both in cell shape and habitat.. Cells are more or less heart-shaped and enclosed by calcareous cylinders, see attached figure after West & West (1923). It is exclusively found in shallow, fast running waters in limestone areas, a habitat most inhospitable to other desmid species. According to West & West (l.c.), in Great Britain Oocardium would be very rare, but presumably it is often overlooked by desmidiologists because of its unusual habitat. Anyhow, Van Oye (1941) reports its common occurrence in the southeastern part of Belgium.

There are no records from The Netherlands, probably because specific environmental conditions required are lacking. However, last September Peter Coesel encountered it at Montauban, near Buzenol, SW of Arlon (Belgium). Montauban is known for its Gallo-Roman excavation (touristic attraction), with a source rising at that very site. Where the streamlet leaves the forest to flow down over the open, steep slope, the limestone substrate is covered by a calcareous crust of Oocardium. The find-site cannot be missed!

References:

Oye, P. van, 1941. De algemeene biologie en de studie der Desmidiaceëen in Belgié. – Meded. Kon. Vlaamse Acad. Wetensch., België, Kl. Wetensch. 3 (7): 5-48.

W. & G.S. West, 1923. A Monograph of the British Desmidiaceae. Vol. 5 (completed by N. Carter). Ray Society, London, 300 pp.

Legend of illustration:

Plate 159 from West & West (1923) figuring Oocardium stratum.

Fig. 1. Colony at natural size.

Fig. 2. Vertical section through a couple of calcareous tubes with cells at their open end.

Fig. 3. Some four tubes seen from above.

Fig. 4-6. Separate cells in lateral, apical and frontal view, respectively.

Fig. 7. Newly-divided cells.

Fig. 8. Cell, specifically stained for the presence of cell wall pores.